In ons keukenkastje treffen we wel eens producten aan waarvan de THT-datum (ten minste houdbaar tot) is verstreken. De twijfel breekt dan uit, nog gebruiken of weggooien? De TGT-datum (te gebruiken tot) zegt iets over risico voor consumptie, maar de THT-datum alleen iets over de kwaliteit van het product, maar niets over de (on)geschiktheid voor consumptie. Gelukkig heb ik een goede neus en ogen en die bieden (zowel bij TGT- en THT-datum) uitkomst. Onnodig weggooien is voedselverspilling, de laatste tijd houdt dit onderwerp me bezig, aangewakkerd door het volgen van een workshop hierover.
Hoezo, voedselverspilling ?
Hieronder wat feiten:
In Nederland gooien we ruim 100.000 vuilniswagens met goed voedsel weg, dat is €150,- per persoon volgens Milieucentraal en het Voedingscentrum. Omdat het teveel is ingekocht, verkeerd bewaard of als kliekje. Vijftien procent van het door ons gekochte voedsel belandt in de kliko. In de top-3 van weggegooide producten staan rijst, pasta en brood. Doe jouw test op www.weggooitest.nl. Ter wereld komt meer dan de helft van het geschikte voedsel niet op tafel of wordt na het tafelen weggegooid.
Supermarkten gooien per dag 45 kilo aan nog eetbaar voedsel weg omdat de TGT en THT-datum (bijna) verstreken is. De klant kiest immers voor een zo vers mogelijk product. Groente en fruit worden alleen door de klant gekozen als het er mooi uitziet (kleur, vorm, maat, rijpheid), dus tientallen procenten van het voedzame groente en fruit haalt het niet tot de schappen, maar wordt vernietigd of gelijk al op de akker achtergelaten en omgespit. Kromme komkommers passen niet in de daarvoor bestemde dozen en komen dus ook niet veel verder dan het land waar ze geteeld zijn.
Bakkers bakken zo’n 10% meer brood dan verkocht wordt, want de broodkeuze in de supermarkten moet optimaal zijn. Restaurants willen hun klanten geen nee verkopen en hebben vaak te veel in voedingsproducten huis, die dan maar weggegooid moet worden als de klanten niet komen opdagen.
Verspilling elimineren door LEAN denken
Bij Capgemini Academy geven we workshops over LEAN. Het gaat daarbij o.a. om het creëren van waarde voor klanten, het elimineren van verspilling en het creëren van een flow. Als je dan naar de voedselindustrie kijkt, de hele waardeketen, dan zijn hier best slagen in te maken. Ziekenhuizen in Amerika wegen maaltijden welke overbodig zijn gemaakt om zo efficiënter in te kunnen kopen en te bereiden. Supermarkten scannen weg te gooien voedsel om de inkoop te verbeteren.
Als we voedselproducten zouden maken met een verder in de toekomst liggende THT datum, leidt dat ongetwijfeld tot minder weggegooid voedsel. Maar eigenlijk zijn dit slechts kleine stapjes naar de essentiële verbeteringen. Als we als consumenten gaan kopen wat we echt nodig hebben, i.p.v. inslaan voor het geval dat we het nodig hebben, maken we echt een verschil.
Elke supermarkt bestookt ons met kiloknallers en aanbiedingen, waardoor het voor alle supermarkten samen steeds moeilijker wordt goede inschattingen te maken van wat er verkocht gaat worden. Want soms gaan we naar de ene supermarkt voor aanbiedingen, en soms naar de andere.
Creëren van een flow met LEAN.
Bij een goede inschatting van de inkoop, zonder reclames, en vanuit wat de klanten (echt) nodig hebben, ontstaat een flow, een vast patroon zonder pieken en dalen, al vanaf de voedselproductie. En deze betere flow leidt tot minder voorraden en dus minder afval.
In Amerika zijn coöperaties opgericht van boeren en consumenten waar deze laatsten voor nog geen dollar per dag groenten en fruit kunnen meenemen uit hallen, verspreid over het land.
Daar liggen dan wel de wat minder mooi gevormde aardappelen, soms kromme komkommers en vreemde tomaten. Elk moment eet men daar dus groenten van het seizoen, en haalt wat nodig is.
Aanbiedingen zijn er niet (………) en de hele tussenhandel is uitgeschakeld.
Hierdoor ontstaan minder voorraden bij de verschillende partijen en minder transport.
Waarde voor de klant
Wij worden als klant door de detailhandel bij onze levensmiddelenkeuze door reclame (bijv. spaarkaarten en voetbalplaatjes) beïnvloed in onze keuzen voor supermarkt en product. Deze reclame spiegelt ons bij de zoveelste nieuwe yoghurt-soort alleen de waarde voor die het voor ons als consument heeft. Door al de aanbiedingen denken we dat voedsel nauwelijks iets kost. We kennen de eigenlijke reële waarde van het (voedsel)product niet meer.
Als we ons meer bewust worden van die waarde, bijvoorbeeld de tijd en energie die in voedselproductie geïnvesteerd is, de transportkosten, de opslagkosten, zou dat sterk bijdragen tot vermindering van verspilling. En wellicht tot het betalen van een eerlijke prijs voor het product.
Bij dat bewustzijn gaan klant en dan dus ook producenten meer letten op de houdbaarheidsdatum.