13 December 2017

In de pauze van één van mijn agile trainingen kwam hij naar mij toe. Één van de deelnemers aan de training. Of hij zijn situatie eens tegen mij aan kon houden. Natuurlijk! Hij bleek een project te managen. Een groot project. Heel groot. De totale vervanging van legacy systemen op veel productielocaties van het grote bedrijf waarvoor hij werkt. En het ging niet zo heel goed met het project: de grenzen van tijd en budget waren in zicht, maar voor wat betreft de deliverables zaten ze pas op een procent of twintig.

 

Binnen het grote project bleek een flink aantal streams te werken aan één totaaloplossing. Die totaaloplossing zou vervolgens op alle locaties uitgerold zou kunnen worden. En elke locatie zou, op maat, elementen uit de totaaloplossing gaan gebruiken. Een aanpak die ik wel herkende uit het verleden. Dus niet zo vreemd dat ze weer voor die aanpak gekozen hadden. En in alle streams zei men dat het in de eigen stream ook best goed ging. Maar toch: einde tijd en geld en onvoldoende opgeleverd.

 

Het deed mij denken aan het eerste hoofdstuk van het boek Tweemaal zoveel doen in de helft van de tijd. Geschreven door Jeff Sutherland, een van de auteurs van de Scrum Guide. Het eerste hoofdstuk heeft als titel “De situatie is hopeloos” en beschrijft een project van de FBI. Een groot project. Heel groot. Vele miljoenen dollars en vele geïnvesteerde uren hadden niet geleid tot enig zinvol resultaat. De oplossing? Een agile aanpak. Gebaseerd op kleine multidisciplinaire teams, waarin klant en leverancier samenwerken, gericht op kortcyclische oplevering van de meest belangrijke producten.

 

Als we datzelfde principe nu eens zouden toepassen op het grote project van de deelnemer aan mijn training? Je eerst richten op de belangrijkste productielocatie, daar stap voor stap aan de slag gaan en je daarna pas druk maken om de volgende locatie? Waarbij je je ervaring van de eerste locatie maximaal meeneemt?

 

“Maar dat is toch niet efficiënt als je uiteindelijk één totaaloplossing wilt? Want bij elke nieuwe locatie kun je tot de conclusie komen dat je iets eigenlijk anders had moeten opzetten.” was zijn reactie. Klopt! Als je eenmaal klaar bent en terugkijkt, had het waarschijnlijk best efficiënter gekund. Maar dat is terugkijken. Dat is altijd makkelijk. Vooruitkijken is moeilijker. Zo niet onmogelijk. Want we hebben nu eenmaal geen kristallen bol waarmee we in de toekomst kunnen kijken. De incrementele aanpak is achteraf terugkijkend niet altijd efficiënt, maar wel zeer effectief.

 

Twijfel je nog? Bekijk het concept dan eens in dit mooie filmpje van Henrik Kniberg dat ik in veel van mijn trainingen laat zien!

 

Expert

Pieter de Beijer