Vroeger was het ingewikkeld om techniek (en met name ICT) aan de praat te krijgen en te houden. Uit deze tijd stamt nog de dominantie van sommige ICT-afdelingen binnen organisaties. De ICT directeur kon dan het beste worden gezien als het hoofd “ketelhuis”. Alle verwerking vond plaats in en rond het mainframe. De kunst was om het mainframe zo efficiënt mogelijk te benutten.
De PC en decentrale computing gaf de afdelingen van de eindgebruikers al meer bewegingsvrijheid. Deze afdelingen en eindgebruikers gingen hun eigen ICT regelen. Decentrale budgetten leiden tot een verdere wildgroei aan ICT. Hier hebben organisaties vandaag de dag nog steeds last van. Zie hier de eerste opdracht van de CIO om orde op zaken te stellen.
De Chief Information Officer (CIO) wordt aangesteld omdat de organisatie graag meer grip wil hebben op de eigen ICT. Wat de CIO eerst moet bewijzen is dat hij/zij “in control” is. Hiervoor moeten op diverse gebieden kaders worden ontwikkeld zoals architectuur en portfoliomanagement en er moeten controles en rapportages worden ingericht voor de bestuurslaag. Na een periode van rationalisatie kan de CIO zich dan eindelijk richten op de strategische meerwaarde van ICT.
Deze strategische meerwaarde van ICT krijgt alleen vorm indien de CIO de basis kan leggen voor informatiemanagement binnen de organisatie. Daar waar de CIO een scope heeft van de gehele organisatie inclusief alle ketens en koepels waarin de organisatie participeert heeft de informatiemanager één of meerdere afgebakende terreinen. De informatiemanager opereert tevens binnen de kaders zoals door de CIO opgesteld.
Met andere woorden: De CIO en de informatiemanager kunnen niet zonder elkaar.
Een overeenkomst tussen de CIO en de informatiemanager dat zij beiden een hofhouding nodig hebben om hun werk te kunnen doen. De CIO richt hiervoor een CIO-office in. De informatiemanager formeert zijn/haar eigen team om het informatiedomein zowel qua proces als qua inhoud te kunnen besturen. Dit lukt alleen indien de CIO en de informatiemanager voldoende vertrouwen hebben opgebouwd bij de gezaghebbende partijen in de organisatie.
Dit vertrouwen komt niet vanzelf maar ontstaat op basis van het charisma van de CIO en de informatiemanager en het behalen van concrete resultaten. Een van de eerste resultaten is het verkrijgen van een overzicht en inzicht in de huidige stand van zaken, maar daarna moet snel worden doorgepakt om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.
Dus eigenlijk is het managen van informatie net zo iets als het managen van de financiën. De grotere organisaties hebben ook een Chief Financial Officer (CFO) en financial controllers. Voor het informatieaspect zijn daar de CIO en de informatiemanager.