In onze wereld van leren door en opleiden van professionals zie ik nog steeds veel trainers en docenten die vanuit een meester-leerling gedachte de ander tegemoet treedt. De leidende gedachte is ‘ik heb een inzicht, ik heb bepaalde kennis en jij komt dat halen’. Eventueel ook nog vanuit een houding van ‘take it or leave it’.
Alle nuances daargelaten: dit werkt niet (meer) in de wereld van de hoog opgeleide professional. Het mag dan zijn dat een opleider (trainer, docent) over kennis beschikt die de ander nog niet heeft… vica versa gaat ook altijd op. Zeker professionals met de nodige ervaring beschikken over veel kennis en inzicht gebaseerd op hun achtergrond en leef- en werkomgeving. Het niet herkennen, accepteren en bovenal erkennen van deze achtergrond geeft acceptatie problemen: de professional neemt de ander niet serieus, denkt het beter te weten of verklaart de inbreng van de opleider als zijnde niet relevant voor de eigen praktijk. Een fenomeen dat bij opleiders valt onder weerstand.
Het werken met professionals werkt het beste indien de betrokkenen op de eerste plaats elkaars identiteit als professional erkennen. Ik bedoel daarbij echt de professionele identiteit en niet zozeer de persoonlijke identiteit. Weliswaar zijn beide strikt genomen met elkaar verweven, maar mensen nemen in hun werk bewust andere identiteit aan dan wat ze van nature, in hun privé-omgeving, gewend zijn. Die natuurlijke houding / identiteit zal nooit uit te schakelen zijn. Maar het gaat in eerste plaats om de erkenning van wie men als professional zeg te zijn en uiteraard moet hij/zij dan in woord en daad ook laten zien wie hij/zij zegt te zijn.
Een normaal sociaal proces dat zich tussen mensen afspeelt in eigenlijk elke ‘face-to-face’ situatie, maar zeker ook in leersituaties. De opleider die vanuit een ‘bovenpositie’ de professional gaat vertellen waar zijn kracht zit, of wat zijn houding moet zijn, of welke kennis hij nodig heeft, stoot bijna per definitie op de genoemde weerstand, in welke vorm dan ook.
Werken met professionals begint dus met een wederzijds accepteren en erkennen van wat we zeggen dat we zijn. Pas dan kunnen we gezamenlijk kijken waar we elkaar kunnen ondersteunen bij de uitoefening van ons vak: het professionele vak van de ander en het leervak van de opleider. Dat impliceert ook dat het effect van persoon tot persoon zal verschillen: ik kan van de een meer leren dan van de ander… en dat is wederzijds.
So what?
Wees dus vooral duidelijk over wat je bent en accepteer dat de ander is wie hij/zij zegt te zijn en laat dat bovenal ook merken. En start daar de dialoog en het leerproces. Gebruik de kennis en de inzichten van de anderen net zo als je je eigen inzicht en kennis inbrengt. Jij begeleidt een leerproces, je leidt het niet.